Ook: sprèken (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), sprekken
spreken
Hie sprek niet best, hie zit nog wal is wat te hottern (Exlo)
Hij sprek nich geern in het openbaar (Nieuw Schoonebeek)
Het hef mij het miest speten dat ik die kèrel niet spreuken hebbe (Westerbork)
Ik bin slecht op hum te spreken (De Wijk)
Het kapitaol sprek
Dat sprek vanzölf (Sleen)
Iederiene is slecht te spreken vanmorgen (Elim)
proten
vorderen
Op iem. iets te spreken hebben
*Spreken is zulver, zwiegen is gold (Buinen)