stang -en, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: staange (Veenkoloniën), stange (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe)

  1. stang, (ijzeren) staaf

    Zij zat bie hum op de stange van de fietse (Barger Oosterveld)

    Een lastig pèerd har een lange stang an het bit (Sleen)

    Tuugpeerden hebt een kromme stang in de bek (Borger)

    Vroeger staken ze wel een iezern stang in het heui um te zien of het ok te hiet was (Buinen)

    An de stang van de kachel kuj de pook en de tang mooi ophangen (Kloosterveen)

    ...was handig um sokken te dreugen (Noordscheschut)

    Kinder bint gek op een stange drop (Havelte)

    Zie ook:
  2. IJ moet hum niet zo op stang jagen (Exlo)

    stenge

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...