staolen bijvoeglijk naamwoord

Spellingvarianten als bij: staol I

  1. van staal

    Vrogger har wij holten schepen en staolen kèrels; tegenwoordig is het wal ies aansum (Westerbork)

    Zie ook:
  2. Hij zee het met een staolen gezicht

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...