streuper -s, de
  1. stroper

    Gelokkig bint er gien streupers meer, die liesterstrikken spant (Ruinerwold)

    Zie ook:
  2. loper op strijkgeld(Zuidwest-Drenthe Noord)

    Sommige streupers blieft der ook wel ies an hangen en dan kost het heur geld (Wapse)

    heuger, strieker(d), striekgeldloper

    Zie ook:
  3. afzetter

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...