strikken van wild etc.
Die mag nog wel graag het veld ies ingaon um een
haas of knien te strikken (Koekange)
Ze hebt hum strikt um veurzitter te worden (Barger Oosterveld)
feliciteren en een cadeau geven(Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Ik kom je vanaovend nog even strikken met je verjaordag (Dalen)
Ik heb buurvrouw strikt met een nei schoet (Gasselte)
breien(Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))
Doe kans mie wal een paar sökke strikken (Nieuw Schoonebeek)
bij het laden een tussenlaag leggen voor het verband(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte))
Die laoge garven moej gaon strikken (Zweelo)
streklaog