stumper -s, dehet, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: stumperd (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. stumper

    Dat stumper moej niet oetlachen (Nieuw Dordrecht)

    In zien vak is e heeil bekwaom, mor in een breeif schrieven is e een stumper (Eext)

    Zo'n stumperd van een kiend, dat liekt mij een bezuking (Noordscheschut)

    Het kaalf is goud metkommen; eerst was het zo'n stumperie (Gieten)

    Zie ook:
  2. (meestal verkl.) borrel jonge jenever

    Ik heb een stumpertien besteld (Emmen)

    Een jonkie zunder is een stumperie (Peize)

    Geef mij mor een stumper, zee de buurman (Wapserveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...