Ook: taarten (Zuidwest-Drenthe Noord)
tarten
Ik tart je um nog wèer op mien laand te kommen (Beilen)
uitdagen
Ik tart je daj het niet weer lapt (Stieltjeskanaal)
Dan duur ik je tarten daj der een woord van verstaot van die Friese kooplu (Sleen)
boosmaken
IJ moet die hond niet zo tarten, want dan wordt e vals (Dalen)