tens II bijwoord, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte) Bron: Drentsche Volksalmanak
  1. (van) opzij

    De aolde baos had 's nachts de piep aaid tens op schurstiebossem liggen

    Die boerderij stiet tens op de straot

    Dat holt, daor kiek ij tens tegen an

    Ik lag der tens veur (Padhuis)

    Die zat tens van mij

    tendens II

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...