tepen overgankelijk, werkwoord, zwak, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: tèpen (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), töppen (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), teppen (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën)

  1. uittrekken van plukken hooi

    Doe mij de teep even, ik wil wat heui tepen (Klazienaveen)

    Zie ook:
  2. zuigend trekken(Kop van Drenthe, Zuidoost-Drenthe)

    Der liggen tien biggen an de motte te tepen (Barger Compascuum)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...