Ook: tirzig
Bron: Drentsche Volksalmanak & Gegevens, aanwezig in het nagelaten materiaal van Naarding & Gegevens, aanwezig in het nagelaten materiaal van Naardingkribbig, boos, kort aangebonden
IJ moet aaid oppassen, wat aj zekt, want die man is bar tirrig (Oosterhesselen)
Een tirrig kèreltien is drok op het wark, een tirrige mot wil niet liggen, een tirrige koe wil niet (Sleen)
tierig, weelderig van planten
Zie ook: