toonstelling -s, de, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: tentoonstelling

  1. tentoonstelling

    Een hiel poos veur de (ten)toonstelling begunt ze al te versieren (Oosterhesselen)

    Oeze peerde bint te vet; wij laot ze nou een beetien hongern tegen de toonstelling (Exlo)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...