st.,zw. ww., overg. (zoz, zw, md
Zie ook:omvatten met de armen
Wat bies do een dikke meid. Ik geleuf da'k dij niet umpakken kan (Zweelo)
Het was een dikke boom, hij kun hum niet umpakken (Zuidwolde)
omarmen(Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe)
...vuulde hij det ze hum ummepakte
Ik zal oe ies even lekker ummepakken (Havelte)