val -len, dehet, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: vaal II, valle (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), volle (Veenkoloniën), valle(gien)

  1. val

    An die val op het ies hef e wat overholden (Sleen)

    Hoogmoed komp vèur de val (Dwingelo)

    Zie ook:
  2. vangwerktuig

    Wie meut een valle zetten, der zit een moes in de broodspinde (Barger Compascuum)

    Hij is as een moes in de valle lopen (Diever)

    Zie ook:
  3. (meestal verkl.) smalle strook gordijn

    Veur de beddestede waren vrogger vallegies (Erica)

    Het vallegien van de kelderkaste worde mit pinaisies vaste emaakt (Nijeveen)

    Zie ook:
  4. vanggat(Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe)

    As het vak zowat vol is, dan wordt veuran een vierkaantig hoekie vrijlaoten, dat was de val. Hij sta (Smilde)

    ...'t val (Vledder)

    (bij)slop

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...