op een andere plaats hangen
Die aander har mien jas verhangen, ik kun hum niet meer vinden (Sleen)
Wie mouten dai laambe mor even verhangen (Valthermond)
Kans doe de wasche èven verhangen (Nieuw Schoonebeek)
omkeren van de spiegel bij een sterfgeval(Zuidwest-Drenthe)
As der een dooie in huus was, dan worde vrogger de spiegel verhangen, ...um ehungen (Hoogeveen)
(wederk.) zich verhangen
Hij hef hum verhungen (Dwingelo)
hoogteverschil hebben(Zuidwest-Drenthe Zuid)
Det laand verhangt wat (Pesse)