verhelpen overgankelijk, sterk, werkwoord
  1. verhelpen

    Det euvel is nog wel te verhelpen (Pesse)

    Ik zal dat mankement wal even verhelpen (Dalen)

    Die ziekte is wal te verhelpen (Westerbork)

    Het is zo kepot, der is gien verhelpen meer an (Eexterveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...