vermoeden II overgankelijk, werkwoord, zwak

Spellingvarianten als bij: vermoeden I

  1. vermoeden

    Ik vermoed daw regen kriegt (Sleen)

    Ik har niet kunnen vermoeden dat die meinsen nog ies kwamen (Havelte)

    Wij vermoedt dat het wal goedkomp (Dalen)

    Ze zult wel wat vermoeden (Balloo)

    aonen

    Zie ook:
  2. (wederk.) moedvatten, zich verstouten

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...