vervallen II onovergankelijk, sterk, werkwoord
  1. vervallen

    Dat hoes vervalt langzaam mar zeker (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  2. vallen, belanden

    Die vent is zo stark; aj in zien knaoken vervalt, binj niet best of (Beilen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...