vervelend, baldadig
Doe niet zo vervrèten, gedraag je fatsoenlijk (Broekhuizen)
Die kwaojongen bint vervreten, zie weeit niet wat of ze anmans hebben moet (Eext)
driftig(Kop van Drenthe)
Een vervreten kerel is een driftige kerel (Roderwolde)
Hai zit er met een vervreten kop bai