vet
Die koe moew mar dreug zetten, die wo'k vet hebben
Je mouten de koien altied goud uutmelken; het lèeste is het vetste (Emmer Compascuum)
Hij is zo vet as modder (Zeyen)
een zwien (Borger)
een gaanze (Sleen)
een slak (Emmen)
een iggelvarken, ...een molle (Ruinen)
Het wordt oe gauw vet toe erekend
Het te vet hebben
*Een goeie haan is
niet vet