vlam de, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: vlamme (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. vlam

    De vlammen sleugen oet de schursteein (Balloo)

    Alles stund in vuur en vlam (Weerdinge)

    Zie hadden de vlam in de panne (Havelte)

    Pas op dat het gien vlam vat (Kerkenveld)

    Der zit een mooie vlam in het holt

    De vlam erin steken

    Even de vlam er an holden

    vlammegien

    Zie ook:
  2. persoon op wie men verliefd is of was

    Die jong was mien eerste vlam (Erica)

    Dat is ein olde vlam van mie (Emmer Erfscheidenveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...