vleug -en, de
  1. vleug

    Oppassen met die stof, want der zit vleug an

    Tegen de vleug instrieken (Roderwolde)

    Zie ook:
  2. (meestal verkl.) lichte vlaag

    Der is mar een vleugie wiend (Nijeveen)

    Zie ook:
  3. (meestal verkl.) kleine hoeveelheid(Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid)

    Graag een vleugien melk in de thee (Sleen)

    (...) en dan een vleugie peper der bij (Kerkenveld)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...