Ook: vliem III, vliem (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe), vlieme (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Noord)
scherp mesje, vlijm, o.m. gebruikt voor aderlaten
Die koe was oplopen van de wind en toen kwam mien vao met de vlim (Sleen)
As een koe niet drachtig wol worden, dan wuurd e aoderlaoten met een vlim (Padhuis)
Het was zo scharp as een vliem (Hoogeveen)
fijne tongpunt van een adder (zwz, dva). Volgens het volksgeloof hebben adders etc. een
vlim
Het vlimmegie kwam hum uut de bek (Noordscheschut)
Hij stak mij het vlim in het enkel en speide het venien in het bloed