voor I het, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: voer (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid), vouer (Kop van Drenthe), (Veenkoloniën), (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. voer, wagenvracht

    Dat voor heui is niet te drukken (Padhuis)

    Wij zult nog even dat voor zaod oplaoden (Anderen)

    Wel wil dat vouer der even bijmennen? (Eexterveen)

    Hier was eine, dei zette 40 vouer op een wagenrad (!) (Barger Oosterveld)

    Zie ook:
  2. Hie hef het voor umgooid

    Doe je kölperd dicht; der kan wal een voor zaod in

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...