voor II het, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Veenkoloniën, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. voer, dierenvoedsel

    Wij komt krap te zitten met het voor veur het vie (Emmen)

    Het vaor veur de kalver worde an emengd (Meppel)

    Neit te kört vouer geven

    Gemengd vaor

    Haard vouer (Emmer Compascuum)

    Hoeveul hej an het voor?

    Ik har de hazen op het voor

    Hie hef 't te goed, het voor stek hum

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...