wasblik het, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)

Ook: oetwaskeblik (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte))

  1. waskom of afwasblik

    Pak het wasblik even, wij wilt de taofel waschen (Stieltjeskanaal)

    ik wil mij nog even het gezichte wassen (Beilen)

    Nao 1900 kwam het ofwaschen in het wasblik (Sleen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...