wat I -ten, de, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe, Zuidwest-Drenthe

Ook: watte (Midden-Drenthe), (Zuidwest-Drenthe)

  1. wat

    Hij haar een wattie in het oor (Sleen)

    Zie ook:
  2. Dat kwamp niet goed oet de watten

    Ze weurden in de watten legd

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...