wegen I sterk, werkwoord, (on)overgankelijk, Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidoost-Drenthe (veengedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: wègen (Zuidoost-Drenthe (veengedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. wegen

    Die slachter weegt je het vleis (Odoorn)

    Hij weg zeuven en zestig pond (Hoogeveen)

    Hij weegt mor honder pond meer (Roderwolde)

    Dende, die weegt er in, dat is een dikke knevel (Exlo)

    Zie ook:
  2. De lengte, die weg ok

    Je moet je woorden wikken en wegen (Exlo)

    Wat het zwoorste is, mot ok het zwoorste wegen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...