westen het
  1. westen

    De zunne zit in het westen (Kerkenveld)

    De locht is rood in het westen (Balloo)

    Zie ook:
  2. Hij har al een half uur buten westen legen

    Hij was de plaanke mis as van het oosten naor het westen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...