zachten onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Veenkoloniƫn, Zuidoost-Drenthe, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Noord, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: zaachten (Zuidwest-Drenthe Noord)

  1. genezen

    Die zwerende vinger van mij zacht al aorig (Padhuis)

    Dat is een lillijke glippe ewest, maor die zacht al mooi (Hoogeveen)

    Die wonde zaacht good (Wapserveen)

    As het kuken

    oet de zwelle was, dan zachtte het weer (Barger Compascuum)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...