zenen meervoud, Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: zenings (Zuidwest-Drenthe Zuid)

Bron: A. Dening & A. Dening
  1. zenuwen

    Ik kreeg het op de zenen van dat gezeur van die kèrel (Sleen)

    Die man hef staolen zenen (Zuidwolde)

    Ie mut wat ofleiding hebben, dat is goed veur de zenings (Hoogeveen)

    Hij was op van de zenen

    Hie hef zu'n last van de zenen, hie kan haost niet praoten (Eext)

    Zenen wordt hum baos

    Mevrouw van de netaris hef het mit de zenen te redden

    zemels

    zenuw

    Bron: J. J. Uilenberg Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...