zonet bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, Kop van Drenthe, Kop van Drenthe, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)

Ook: zoneis(sies), ...netties (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), ..neis(sies) (Kop van Drenthe), (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), ..netting, zonetting

  1. zoeven

    Och man, ij bint er zoneis ja stoef bijlangs kommen en heb ij dat niet zeein? (Eext)

    Ik heb hum zoneisies nog zien (Wijster)

    Zoneisies he'k nog even een brief hen de bus bracht (Buinen)

    Ik zaag hum zoneis nog (Gasselte)

    Hij was er zonet nog (Fluitenberg)

    Hie is zonetties weggaon (Weerdinge)

    neisies

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...