zweepslag de
  1. zweepslag

    De zweepslag is een apart touwgien an het èende van de zweep; dat gaf die knal (Sleen)

    Zie ook:
  2. spierverrekking

    Hij kreeg bij het voetballen een zweepslag (Hoogeveen)

    Zie ook:
  3. aftrek bij verkoop van varkens(Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Noord)

    Wij hadden een goeie

    pries, mor dat mus ok wel; der zat nogal wat

    zweepslag op (Eext)

    As der zweepslag op zat, dan hadden ze de zwienen nog even de pokkel goed vol geven (Emmen)

    Der komp nogal wat zweepslag op beteeikent: er komt nogal wat kosten bij (Gasselte)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...