zweren I overgankelijk, sterk, werkwoord, Midden-Drenthe, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid, Zuidwest-Drenthe Zuid

Ook: zwèren (Midden-Drenthe), (Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte)), (Zuidwest-Drenthe Zuid)

  1. een eed zweren

    Hij zweert bij hoog en leeg, dat hij het niet daon hef (Eext)

    Ik zwere dat het waor is (Pesse)

    Zie ook:
  2. graag hebben

    Hij zweert bij een borrel (Diever)

    bij broene bonen mit spek (Broekhuizen)

    Zie ook:
  3. vloeken(Zuidwest-Drenthe)

    Ie magt niet zwèren (Hoogeveen)

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...