zweren II onovergankelijk, werkwoord, zwak, Midden-Drenthe, Zuidoost-Drenthe (zandgedeelte), Zuidwest-Drenthe Zuid
  1. ontsteken door een infectie

    Ik har een splinter in de vinger en dei is begunnen te zweren (Barger Oosterveld)

    Hij hef een zwerende vinger en het wil

    mar niet genezen (Broekhuizen)

    De middelste vinger, die

    zweert mij (Ruinerwold)

    zwellen

    Zie ook:

Zoek meer voorbeeldzinnen...