U zocht voorbeeldzinnen met daarin "God"
Resultaten 21 - 40 van 57
- God: O God, help mij nog an toe
- God: God zal me bewaren
- God: O here mien God nog an toe (Padhuis)
- God: Grote en God en nog wat! (Eext)
- God: Here God, wat een booudel (Gasselte)
- God: God allemachtig nog an toe (Padhuis)
- God: God mag het weeiten
- God: Hij leeft as God in Frankriek (Oosterhesselen)
- God: is vrij as God in Frankriek (Hollandscheveld)
- God: Het is daor God zij met ons
- God: God zegene de greep (Barger Oosterveld)
- God: De kinder met God en eren grootbrengen
- God: Hij is van God en aal mensen verlaoten (Drouwen)
- God: deur God en iederiene vergèten
- God: Hij dut op gien god en gebod wat
- God: leuft an gien God of gebod (Roderwolde)
- God: steurt zuk an God noch gebod (Eext)
- God: kent God noch gebod
- God: Elk zörgt veur zukzölf en God veur oes ale (Barger Oosterveld)
- God: De mens wikt en God beschikt (Noordscheschut)