Ook met kleine letter
Zie ook:God, ook veelvuldig in uitdrukkingen, uitroepen en vloeken
God is overal (Diever)
Gezegdes en oetdrukkings met de naam God gebruke wij niet in oze umgangstaol; daorveur is oos Gods n (Beilen)
God zal je kraken
z. ook
Het zal je God gedacht wezen, wat hij steulen hef
krijgen door de zon; dan vervelt al het witte haar aan de koe' (And), z. ook
God zij dank, het is niet zo (Gieten)
God nog an toe
z. ook
Dat magst God op blote kneien danken, dat het zo oflopen is (Roswinkel)
God, kind, waor hej toch zeten (Erica)
God, help mie (Roswinkel)
Mien God, wat löp dat volk ja (Sleen)
O God, help mij nog an toe
z. ook
In Gods naom dan maor (Emmer Compascuum)
God zal me bewaren
zoek
O here mien God nog an toe (Padhuis)
Grote en God en nog wat! (Eext)
Here God, wat een booudel (Gasselte)
God allemachtig nog an toe (Padhuis)
Wat is dat een Gods koeze
zich ondergeschikt maken
God mag het weeiten
z. ook
Hij leeft as God in Frankriek (Oosterhesselen)
is vrij as God in Frankriek (Hollandscheveld)
Hie lat Gods water over Gods akker lopen (Sleen)
Het is daor God zij met ons
zuivel op zuivel is uit den boze, bijv. kaas en boter tegelijk op de boterham
Het is de goden verzuken
zuiver en helder, van een zanger
God zegene de greep (Barger Oosterveld)
De kinder met God en eren grootbrengen
pluis
Hij is van God en aal mensen verlaoten (Drouwen)
deur God en iederiene vergèten
zo goed als niets
Hij dut op gien god en gebod wat
precies
leuft an gien God of gebod (Roderwolde)
steurt zuk an God noch gebod (Eext)
kent God noch gebod
heel erg op vervat zijn
Hij deinkt dat hij een klein godtien is (Meppel)
Elk zörgt veur zukzölf en God veur oes ale (Barger Oosterveld)
De mens wikt en God beschikt (Noordscheschut)
God bewaore mie en ons Appie
z. ook
God zegent goeien en kwaoien (Een)
Aj God vervluukt en de duvel oe niet hebben wil, waor muj dan naor toe? (Uffelte)