U zocht voorbeeldzinnen met daarin "apart"
Resultaten 1 - 16 van 16
- apart: Hij naam oos beide even apart um over de kwestie te praoten (Hijken)
- apart: Dat binnen pootbonen, die wil ik apart holden (Smilde)
- apart: Daor meuj apart èven umme denken (Hollandscheveld)
- fien: Bij hum bint ze zo fien dat de hane zundaags apart zet wordt (Hijken)
- figuur: Het is wat een apart figuur (Zuidlaren)
- front: Vrögger haj vake in een aoverhemd een frontie, dat is een stuk veur in het hemd dat apart of ezet w (Hoogeveen)
- koehoorn: Ik har in een koehoorn wat kruut en in een apart buultie wat hagelties (Fluitenberg)
- melkerdies: Dan balden ze mit elke haand apart en hulden de haanden mit de balle van de haand umheugens (Wapserveen)
- menger: eerst mit leerzen an en dan mit een apart soort klompen mit plaankies of trippen deronder (Geesbrug)
- modderman: Eerst mit leerzen an en dan mit een apart soort klompen mit plaankies of trippen der onder (Geesbrug)
- oppompen: As een koe vroger de melkziekte had, wuurden de tetten oppompt met een apart pompien (Sleen)
- puthaak: Het was een apart span. Zij waren ook aover de puthaoke etrouwd, d.i. zij lèefden as man en vrouw, (Hoogeveen)
- soort: Dat is een apart soort (Tweede Exloërmond)
- touw: Wij hadden een apart touw veur touwspringen (Buinen)
- zweepslag: De zweepslag is een apart touwgien an het èende van de zweep; dat gaf die knal (Sleen)
- zwienhok: stal, of in een apart hokkien in het zwienhok (Coevorden)