U zocht voorbeeldzinnen met daarin "betaald"
Resultaten 1 - 20 van 35
- bankenpacht: Hij hef de bankenpacht nog nich betaald (Barger Compascuum)
- betaald: Dat spul is allang betaald (Barger Oosterveld)
- betaald: betaald zetten
- betaald: Dat hij mie dat flikt hef, zal ik hum wal betaald zetten (Barger Oosterveld)
- brandkastengeld: Het brandkastengeld mus ok nog betaald worden (Oosterhesselen)
- bruun I: Hie zit er op te bruun, hoe hij het hum betaald zal zetten
- bubs: Ik heb de heile bubs betaald (Barger Oosterveld)
- dekgeld: Ik heb het dekgeld nog niet betaald (Sleen)
- deurdoen: Ik heb betaald. Wi'j het nou even deurdoen? (Ruinerwold)
- fos: Hej veur dit scheetien laand zo'n fosse geld betaald? (Ruinerwold)
- gemienigheid: Ie hebt vul te veul veur dat draod betaald, dat is volgens mij gien vergissing mèer, mor allend gem (Beilen)
- grof: Daor hef hij grof geld veur betaald (Barger Compascuum)
- huur: Vrogger weur de huur in de meitied betaald (Beilen)
- kop: Wij kregen de ekkels per kop betaald (Gasselte)
- krabbel: Hij haalde der een krabbel deur, toen het betaald was (Hoogeveen)
- kuub: Krieg ie dat bonken bie de strekkende meter of bie de kuub betaald? (Barger Compascuum)
- laoten II: Aj de belasting betaald hebt, dan hej al een hiele aoder elaoten
- lap: Hie hef met een grote lap betaald (Sleen)
- lèergeld: Hie hef wal leergeld betaald, dat overkomp hum niet weer (Odoorn)
- loodtien: Vrogger kreeg het slachtvee een loodtie in de staart as bewies dat het accijns betaald was (Schoonebeek)