U zocht voorbeeldzinnen met daarin "licht"
Resultaten 1 - 20 van 92
- anholden: Wol je het licht nog lange anholden (Zwartemeer)
- ansluten: Zie hebt oes het licht ansleuten (Sleen)
- blok: Het blok wör licht in de kerk (Roderwolde)
- deupzetel: Aj zien deupzeel licht, kuj wel rare dingen gewaar worden
- deurtrapper: ... is het een deurtrapper, mar hij löp licht (Fluitenberg)
- diezig: Het was de heile dag zo diezig, het het nooit goud licht west (Roderwolde)
- doeve: Zo licht, ...mak as een doeve (Hijken)
- doofpot: Dat mot mor in de doofpot, dat ken gain licht lieden (Valthermond)
- duuster II: Het is duuster licht
- fel: Dat is aordig fel licht (Klazienaveen)
- feng: Een feng licht
- florten: As de koe licht melkt, dan flort het er oet (Sleen)
- fosseln: IJ likt daor te fosseln in het duuster, doe het licht toch ies an
- gehussel: Wat is het een gehussel met dat slimme licht (Sleen)
- gezicht I: *Een vrundelijk gezicht gef overal licht (Norg)
- gunnen: Hij gunt hom het licht niet in de ogen (Roderwolde)
- haand: Zij hebben de hand der met licht (Emmer Erfscheidenveen)
- haand: Veul handen maken licht wark (Klazienaveen)
- hak: De olders hadden de hakken nog nich licht of de jong stun al veur de deure (Barger Compascuum)
- hang: Maor heur hang naor schrieven kwam al vro aan het licht