U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vrij"
Resultaten 1 - 20 van 51
- allienloper: Hie vernemp een koppeltien vrij jongs; wellen, die gien wichter hebt, een angesleuten troepien allee
- appelrilling: op 1 november mudden de appels van de bomen of weden. Was dat niet zo, dan har de jeugd vrij mandaot (Eext)
- bakker: Het is haoste nog net as vroeger: de schenker wurdt vrij espreuken en de bakker mut hangen (De Wijk)
- binden: Ik wil mij niet binden, ik wil vrij wezen (Padhuis)
- boldersteen: Bij het blokgooien gooide men met een vrij ronde keisteen, de boldersteen (Diever)
- breischoel: 's Wonsdags en zaoterdags hadden de wichter breischoel en de jongs waren vrij (Sleen)
- buurtschup: De buurtschop is an ezegd um de weg vrij te maken (Pesse)
- dienst: Hij is vrij van deinst (Vries)
- flikkern: Ik heb vanaovend vrij flikkern
- fokken: Aj knienen vrij fokken laot, dan hej hokken tekört (Weerdinge)
- gaon: Aj vrij binnen kuj gaon en staon waor aj willen (Meppel)
- gejoel: Most dat gejoel ies heuren, kinder zult wal vrij kregen hebben (Barger Oosterveld)
- gengelderij: Die huusholding hef vrij wat hengelderije mit emaakt (Pesse)
- God: is vrij as God in Frankriek (Hollandscheveld)
- goenend: Goenend waren vrij en goende mussen warken (Klazienaveen)
- görtenbrij: Hier zong eerder eine: Ach was ik van deinst mar vrij, dan kreeg ik görtebrij (Barger Oosterveld)
- hoes: As de olde lu uut bint en de kiender past dan op, dan is het bij oons vrij huusien (Wapse)
- iezer: Ze kwam is heuren of het iezerie vrij was
- knooien: Die man zit altied an te knooien, hij is nooit vrij (Vries)
- kraom: Hij mot een paar dagen vrij hebben, want hij hef zien vrouw in de kraom (Barger Compascuum)